vrijdag 23 november 2007

Dure Mercedessen en gammele Lada’s


Uit de "Volkskrant" van 8 november 2007


BAKOE, Azerbeidzjan

Door Sacha Kester


De economie van Azerbeidzjan groeit met 35 procent per jaar, maar voor de meeste mensen is het armoe troef. ‘Zodra het kan, ben ik weg.’
Farid Ismajilov zit samen met een vriend in het hoekje van een donker restaurant, drinkt thee, en rookt de ene sigaret na de andere. Ze hebben elkaar al een hele tijd niet gezien, vertelt de jonge ondernemer. Hij heeft jaren in Turkije gewoond en gewerkt, maar nu zijn moeder ziek is, heeft hij zijn zaak verkocht en is teruggekeerd naar zijn vaderland Azerbeidzjan. ‘Hoe het bevalt?’ Farid drukt zijn sigaret uit, schuift de asbak van zich af en slaakt een diepe zucht. ‘Matig. Of eigenlijk, als ik eerlijk ben, slecht.’

Farid is blij dat hij bij zijn ouders is, maar diep triest over de staat van het land. Zo ontdekte hij bij het verkennen van de markt dat het niet zou meevallen om een eigen bedrijf van de grond te krijgen, en ondanks zijn opleiding en werkervaring kon hij met pijn en moeite een baantje vinden; in beide gevallen omdat hij niet uit de juiste familie komt. Nu verdient Farid een schamele 200 dollar per maand, waar je ook in Bakoe niet ver mee komt. Alleen aan gas en elektriciteit is hij al zestig dollar per maand kwijt. ‘En dan heb ik nog een relatief goed inkomen’, zegt Farid. ‘Veel mensen leven onder de armoedegrens.’

Voor zichzelf vindt Farid het niet eens zo erg, want als hij echt zou willen, kan hij zo weer terug naar Turkije. Maar hij had gehoopt dat zijn land er ondertussen beter aan toe zou zijn. Dat de corruptie minder zou zijn geworden. Dat iedereen door hard werken een fatsoenlijke boterham zou kunnen verdienen. ‘En dat is niet zo’, moest Farid concluderen. ‘Het gaat een stuk beter met ons land, maar er zijn maar weinig mensen die daar van profiteren.’

Het bekende verhaal van twee werelden die ongemakkelijk naast elkaar leven, gaat zeker op voor Azerbeidzjan. In de hoofdstad staan glanzende, dure Mercedessen rijen dik geparkeerd voor de vele nachtclubs, chique boetieks en dure restaurants, maar het verkeer dat er langs rijdt bestaat voornamelijk uit gammele Lada’s die op weg zijn naar de treurige flats in de buitenwijken.

Buiten Bakoe is het nog veel erger: de regering heeft de afgelopen jaren weinig in het platteland geïnvesteerd, waardoor duizenden jongeren over ongeplaveide wegen naar de steden trekken, in de hoop daar wél een baan te kunnen vinden. ‘Meer dan 90 procent van het bnp wordt geproduceerd in de hoofdstad’, zegt Sabit Bagirovvan de denktank FAR, verbonden aan de universiteit van Bakoe.

Het steeds groter groeiende gat is zichtbaar in de verschillende levensstijlen. Bakoe kent een bloeiend nachtleven, met kroegen, discotheken en nachtclubs die door evenveel mannen als vrouwen worden bezocht, terwijl er buiten de hoofdstad geen enkele nachtclub te vinden is. Ruim driekwart van de internetgebruikers woont in de hoofdstad, en slechts zes procent buiten de grote steden.

En dat terwijl de economie de afgelopen jaren fenomenaal groeit: vorig jaar met 34,5 procent en dit jaar waarschijnlijk zelfs een beetje meer. Allemaal dankzij de olie die wordt gewonnen in de Kaspische Zee.

‘Het is niet zo dat de olieboom het platteland helemaal niet raakt’, zegt Bagirov. ‘De economie groeit in het hele land, de infrastructuur in de provincie wordt aangepakt, er komt industrie en er worden hotels geopend. Maar het blijft beperkt tot de provinciale steden. Er wordt totaal niet geïnvesteerd in landbouw, van oudsher een van de belangrijkste sectoren, waardoor het nu zelfs goedkoper is om voedsel uit het buitenland te importeren dan om het zelf te verbouwen.’
In het hart van de hoofdstad, in een enorm betonnen gebouw dat duidelijk is gebouwd om te imponeren, zit de president in een kamer met uitzicht op de Kaspische Zee. Deze stinkt naar de olie en ziet er van dichtbij smerig uit, maar op deze afstand lonkt en knipoogt het blauw verleidelijk in de najaarszon.

President Ilham Alijev, de zoon van de vorige president Heydar Alijev, erkent het probleem van de onderontwikkelde provincies. ‘Maar een steeds groter deel van de oliewinst gaat naar de regio’s’, zegt hij. ‘Van de 570 duizend banen die we de afgelopen drie jaar hebben gecreëerd, zit het merendeel buiten de hoofdstad, en buiten de oliesector. We hebben het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, teruggedrongen van 49 naar 20 procent. Dat is nog steeds teveel, maar het bewijst wel dat het geld gebruikt wordt om de bevolking er bovenop te helpen.’
Volgens politiek analist Ilgor Mammadov betekent het ontwikkelen van een goed werkende staat echter meer dan economische herverdeling alleen. ‘De elite is corrupt, er is totaal geen openheid over de besteding van het budget, geen vrijheid van meningsuiting en geen vrijheid van pers. Als daar niet aan gewerkt wordt, komt het land nooit verder.’

Op de korte termijn zal de bevolking het wel slikken, denkt hij. En de politieke islam heeft weinig kans in dit moslimland. ‘Ik denk dat onze seculiere wortels te sterk zijn. Na de val van de Sovjet-Unie worden de feestdagen weer gevierd. Hier en daar zie je een hoofddoek, maar het blijft cosmetisch.’

Farid Ismajilov ziet een ander probleem. ‘Als er nu geen maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat de volgende generatie door een fatsoenlijke bovenlaag wordt bestuurd en er ruimte is voor een middenklasse, doet iedereen met hersens hetzelfde als ik: zo snel mogelijk vertrekken naar het buitenland. Natuurlijk had ik in Turkije heimwee, en natuurlijk droomde ik ervan om terug te keren. Maar na een paar maanden hier te zijn geweest, weet ik wel beter. Zodra de situatie met mijn familie het toelaat, ben ik weer weg.’

woensdag 7 november 2007

Baku Statue of the month




Baku is populated by many statues, bust and memorials of various discriptions. In order of size, however, the Nariman Narimanov statue takes first prize. Looming over Narimanov Square, down from Elmlar Metro and across from Palms Restaurant and business center, the statue is an impressive, and quintessentially soviet sight.

Nariman Narimanov was a renowed educator, author, medical doctor, lont time Bolshevik and head of the first soviet government of Azerbaijan.

Born in 1870 in Tbilisi, to a poor Azerbaijan family, at age 6 he entered an Islamic "medrec" school where he studied hte Koran. In his early years nariman "picked up" Arabic, Farsi, Georgian and Russian, as wel al his native Azeri language. Narimanov attended a theacher's seminary in Gori (Stalin's hometown) and later moved to Baku to work where he established the first public free-access library and reading hall in the Caucuses.

After working for many years as a theacher, he entered Medical School at age 32. He explained this late start in a letter to his young son, stating that he began his studies only after caring for"the families of my brother and sisters".

Odessa was a hotbed of revolutionary talk during the early 1900's and Narimanov became active in the Bolshevik movement, leading student demostrations and eventually becoming one of the organizers of the Persian socialist democratic party Isheyun-Asheyun.

After the October Revolution, Narimanov gradually rose through the ranks to head the Soviet government of Azerbaijan, the Counsil of People's Comissars (1920-1922).

Although most statues from this revolutionary period have been removed (i.e. Stalin's, Lenin's, Kirov's and Dzerzhinsky's) from Baku, Narimanov's is still to be found, along with streets, avenues and squares named in his honor, and many attribute this to the humanity found in this famed letter al well as his love for Azerbaijan and the East.